Vaak krijg ik bij schrijftrainingen de vraag of je bij puntsgewijze opsommingen nu wel of geen puntkomma’s gebruikt.
En als je geen puntkomma’s gebruikt, wat dan wel? Een punt? Een komma? Of helemaal niets?
Daarom de regels op een rij:
Een puntkomma (;) op het einde
Je gebruikt puntkomma’s wanneer de opsommingdelen de inleidende zin aanvullen. Na het laatste onderdeel zet je een punt.
Voorbeeld
Bij het organiseren van een meeting is het van belang om te weten:
- hoeveel gasten er komen;
- welke apparatuur aanwezig moet zijn;
- hoelang de bijeenkomst duurt.
Zoals je ziet begint elk onderdeel met een kleine letter, omdat elk onderdeel een aanvulling op de hoofdzin is.
Een punt (.) op het einde
Je gebruikt punten wanneer de opsommingsdelen zelfstandige zinnen zijn.
Voorbeeld
Een auto delen met verschillende mensen heeft o.a. de volgende voordelen:
- Je gaat bewuster om met autogebruik, wat goed is voor het milieu.
- Je kunt de kosten voor het onderhoud van je auto delen.
Omdat het zelfstandige zinnen zijn begin je die natuurlijk altijd met een hoofdletter.
Geen leesteken op het einde
Je kunt de leestekens weglaten wanneer een opsomming uit één woord of enkele losse woorden bestaat.
Voorbeeld
Voordelen van sporten:
- minder risico op verhoogde bloeddruk
- sterkere spieren en botten
- beweeglijke en buigzame gewrichten
In deze situatie hoef je geen hoofdletters en geen leestekens te gebruiken. Dus ook geen punt na de het laatste onderdeel.
O ja
Echt dwingende regels zijn dit niet. Kies dus gerust je eigen systeem wanneer jij denkt dat de tekst daardoor beter te lezen is.
Zorg er alleen wel altijd voor dat je je eigen regels consequent toepast. Dat vinden je lezers wel zo fijn!
